Wie zich een dakloze voorstelt, haalt zich waarschijnlijk een man voor de geest, leeftijd moeilijk in te schatten, verweerd gelaat, sporen van verslaving. In het merendeel van de gevallen klopt dat cliché, zo blijkt uit alle tellingen en studies. Daklozen zijn vaak mannen tussen de 30 en de 50 jaar oud, alcoholist, drugsgebruiker, met psychische problemen.
‘Waarbij je dus niet weet of die problemen de kip zijn en de verslaving het ei, of precies andersom’, om met Ellen Eidt, chef van de Bahnhofsmission in Berlijn, te spreken. Deze grote inrichting waar daklozen kunnen eten, douchen en opwarmen, ligt naast Bahnhof Zoo, in de jaren tachtig van de vorige eeuw de biotoop van de jonge heroïneverslaafde Christiane F., schrijver van het autobiografische Wir Kinder vom Bahnhof Zoo.
Onder de viaducten rond het station liggen matrassen, nog steeds worden er veel drugs gedeald en gebruikt. ’s Winters komen er in de Bahnhofsmission zo’n 400 mensen per dag, een doorsnee van de daklozenpopulatie. Eidt, een kordate grijze vrouw, ziet hoe de samenstelling van haar klandizie de afgelopen jaren is veranderd.
Комментариев нет:
Отправить комментарий